Nieuws

Het zit in de genen!

10 jan 2023
In de regio Waterland zijn binnen één familie maar liefst drie generaties vrijwilligers actief als begeleider bij Vier het Leven-uitjes. In een modern appartement in Volendam sprak ik met Vrony, Ingeborg en Sofie - oma, dochter en kleindochter. Alle drie vrouwen met het hart op de goeie plek. Lees hier het interview met de drie enthousiaste gastvrouwen!

Ik wilde veel van ze weten, maar er was één vraag die ik alleen maar aan oma Vrony hoefde te stellen: Hoe ben je met Vier het Leven in aanraking gekomen? Op diezelfde vraag aan Ingeborg en Sofie wist ik namelijk het antwoord al.

Vrony zou met haar leeftijd (73) gemakkelijk voor een van onze gasten kunnen worden aangezien, zij is daarentegen een zeer door de wol geverfde begeleider. Haar verhaal:
Al in 2007/2008 kwam ik in aanraking met Vier het Leven. Dat was op een soort voorlichtingsmarkt van Evean in Swaensborgh (verzorgingshuis in Monnickendam) waar Vier het Leven een kraampje had. Ik deed al veel vrijwilligerswerk voor ouderen, o.a. voor WonenPlus en daarmee ook huisbezoeken, en dacht op die markt mogelijk nog wat op te steken om in de praktijk te brengen. Ik werd verrast door de combinatie van ‘verzorgingshuis’ …. en ‘Vier het Leven’ en dacht, wat is dát nou… wat verfrissend, en ging mijn licht eens opsteken. Ik hoorde ‘schouwburgbezoek met ouderen’ en dacht ‘wat leuk’. Ik werk heel graag met ouderen en hou ook van autorijden, dus toen was de puzzel snel gelegd. Ik heb me daar ter plekke meteen opgegeven als vrijwilliger bij Vier het Leven.
Ingeborg (48): Toen mijn moeder vroeg of vrijwilliger bij Vier het Leven niks voor mij zou zijn, was ik net gescheiden en alleenstaand, met nauwelijks financiële armslag. Naar het theater gaan, waar ik zo van hou, zat er daardoor niet meer in. Maar… ik had wel een auto … ik kon me dus ook als vrijwilliger aanmelden, én met gasten naar het theater gaan. Echt een win-win situatie! Ingeborg vertelt hoe het zaadje bij Sofie geplant werd: We zaten een keer samen wat te eten in het CuliCafé, onderin een complex met appartementen voor ouderen bij ons aan de overkant dat voor iedereen toegankelijk is. De sfeer was er heel prettig. En Sofie vond ’t best gezellig ‘met al die oudjes'.
Sofie (20): Bij mij ging het vrijwilligersvlammetje branden toen ik in het kader van een maatschappelijke stage voor school een dagje vrijwilligerswerk moest doen. Nou, dat had ik dicht bij huis, dus ging ik – nog geen 14 jaar – een avond mee met mijn moeder bij het begeleiden van haar gasten. Later zorgde ook de ervaring in het CuliCafé ervoor dat ik ook iets met ouderen wilde gaan doen. Ik wist de weg en meldde me meteen aan! Gasten zijn vaak verbaasd; ze verwachten niet dat een zo'n jonge meid ze als vrijwilliger komt ophalen om mee naar het theater te gaan. Goh, hoor ik dan, ik vond al dat je zo jong klonk door de telefoon. Vaak hebben ze kleinkinderen van mijn leeftijd. Een keer werd ik ingedeeld om te rijden voor een uitje waarbij – écht toevallig – ook mijn moeder als begeleider mee ging. Dat was extra gezellig. Op dit moment delen we één auto, dus mocht dat in de toekomst nóg een keer gebeuren dan mag ik vast wel de auto van oma lenen!

Wie van jullie drieën gaat het vaakst mee als begeleider?
Vrony
: Ik denk dat ik het meeste rij. Ik heb natuurlijk ook de meeste tijd beschikbaar.
Ingeborg: Wel minder vaak dan mijn moeder, want ik werk natuurlijk gewoon. Op het moment als kwaliteitsmedewerker bij de gemeente Edam-Volendam. Het vrijwilligerswerk zit me wel in het bloed. Zo zat ik heel lang in het bestuur van HCC (de hobby computer club), waar ik op een gegeven moment voorzitter en secretaris tegelijk was. Dat kostte zo veel tijd dat ik dat ‘baantje’ moest opgeven toen ik in mijn huidige baan begon. Die is fulltime, dus voor VHL begeleid ik ’t liefst aan ’t einde van de week op donderdag of vrijdag. Ik stel me beschikbaar op data waarop ik me vrij kan maken, want naast mijn baan is er ook nog een relatie die aandacht verdient.
Sofie: Ik kan me niet zo héél vaak opgeven. Naast mijn studie Communicatie en Multimedia Design aan de Hogeschool van Amsterdam heb ik namelijk ook nog een bijbaantje in de horeca, én een vriendje.

Hebben jullie alle drie ’n beetje dezelfde smaak wat genres betreft?
Ingeborg: Doordat ik eigenlijk alleen kijk op welke data ik beschikbaar ben, word ik nog wel eens verrast door een voorstelling waar ik uit mezelf niet direct naartoe zou gaan. Ik laat me dus graag verrassen. Mijn allereerste uitje was naar een pianoconcert. Vooraf had ik niet gedacht dat ik dat zo mooi zou vinden. 
Vrony: Ik viel een keer in voor een andere vrijwilliger en eenmaal in de schouwburg in Hoorn besefte ik pas dat ik een opera ging horen. Dat leek me eigenlijk niks, maar uiteindelijk vond ik het prachtig. Als vrijwilliger kom je daardoor soms in aanraking met een cultureel genre dat je niet kende.
Sofie: Ik kijk eerst wanneer ik tijd heb, en daarna naar het soort voorstelling. Dat zal voor mij dus niet zo gauw bijvoorbeeld iets van opera zijn. De enkele keer dat ik mee kan, wil ik zelf ook wel een leuke avond hebben.

Ik vroeg Sofie hoe haar leeftijdgenoten reageren als ze vertelt dat ze dit vrijwilligerswerk doet?
Sofie:
Ik krijg dan nauwelijks een reactie, er wordt niet op ingegaan. Voor veel jongeren is dat toch een beetje een ver-van-hun-bed-show, ze zijn met hele andere dingen bezig. Ik begrijp dat ook wel. Met het rijden en begeleiden ben je toch zo’n vijf uur bezig, een tijd waarin je ook zou kunnen werken om wat extra geld te verdienen. Niet iedereen maakt dezelfde afwegingen.

Back-up
De vrouwen zijn ook elkaars back-up. Een keer was Ingeborg zó druk op ’t werk dat ze eigenlijk geen tijd meer had om die avond ook nog haar gasten op te halen. Eén telefoontje naar Vrony was genoeg en werd dat probleem geruisloos opgelost. Haar moeder nam die avond de honneurs waar. Het biedt dus ook voordelen om met z’n drieën actief te zijn en elkaar te kunnen vervangen mocht dat nodig zijn.

Onderweg
Het gesprek komt op de autorit op weg naar het theater en natuurlijk ook de terugweg. Een uitdaging vinden ze het alle drie om In de auto het gesprek een beetje te sturen zodat iedereen aan ’t woord komt. En, als nodig, een onderwerp te kiezen waar alle gasten over kunnen meepraten. Maar soms ook is dat totaal niet nodig en ontstaat bijvoorbeeld een geanimeerd gesprek op de achterbank.

De gasten een beetje in de watten leggen
Ze vinden het ook leuk om hun gasten ’n beetje te verwennen en aandacht te geven: zorgen voor een koffie vooraf, een drankje in de pauze, ’n beetje met ze kletsen. Maar het zit ‘m ook in de kleine gebaren: in de auto de deur voor hun gasten open houden en ze de gordel aanreiken, en bij het thuis brengen na afloop pas wegrijden als ze veilig achter hun voordeur zijn. De mensen waarderen dat en voelen dat er naar ze wordt omgekeken. Dat is voor deze drie gastvrouwen een extra bonus en stimulans om dit werk te doen. Soms zijn gasten zo blij met hun goede zorgen dat ze per se iets terug willen doen, en erop staan iets te geven. Het is lastig ze duidelijk te maken dat ze dat niet mogen aannemen. Vrony vond een keer de volgende dag een zakje chocolaatjes in de auto. Ingeborg maakte wel mee dat gasten die voor het eerst mee gingen, bij het thuisbrengen verschrikt zeiden dat ze geen geld bij zich hadden, of een andere keer dat gasten haar juist wat geld wilden toestoppen. Het kost best wat overredingskracht om duidelijk te maken dat dat écht niet de bedoeling is.

Ambassadeurs
Omdat ze iedere keer weer merken hoe hun ‘werk’ door de gasten gewaardeerd wordt en ze het belangrijk vinden om nóg meer mensen te bereiken, vertellen zij zo vaak als mogelijk over Vier het Leven. Vrony toont zich ook echt een ambassadeur. Ze vindt dat zoveel mogelijk ouderen die er nog niet van weten, de mogelijkheid moeten krijgen om ook deel te nemen. Daarom, waar het kan, legt ze stiekem wat folders neer.

 

Anneke van der Horst - vrijwilliger bij Vier het Leven